Follow this tribute and get updates
User avatar
Karin
7 years ago

Jan, jij blijft altijd in onze herinnering. Al weer acht jaar geleden was jouw laatste verjaardag. Ik was erg verrast toen ik in december 2016 bij mijn wandeling door de Bantamstraat jouw naam zag staan. Op de muur van jouw ouderlijk huis heb ik ooit in mijn verliefdheid mijn initialen met die van jouw oudste zus geschreven. Ik vond het leuk om daar weer eens naar te kijken. De muur is bijna vol gekalkt en daar zag ik het ..... P v N. De P van Pam. Dit is mij nooit eerder opgevallen. Misschien dat (bijna) niemand dat weet. Gelukkig had ik een fototoestel bij me en heb dat op de gevoelige plaat vastgelegd. Onderstaand die foto met vervolgens een mooi gedicht. Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen. De stroom van een rivier, hou je niet tegen het water vindt er altijd een weg omheen. Misschien eens gevuld, door sneeuw en regen, neemt de rivier m'n kiezel met zich mee. Om hem, dan glad, en rond gesleten, te laten rusten in de luwte van de zee. Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde bewijs van mijn bestaan. Omdat, door het verleggen van die ene steen, de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan. Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde bewijs van mijn bestaan. Omdat, door het verleggen van die ene steen, de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan. Bram Vermeulen Tot de volgende keer, Werner Passchier

User avatar
Anonymous
10 years ago

Stilte is er al zolang niets werd er gezegd Waarom is het verzwegen Waarom niets uitgelegd? Jij kon er toch niets aan doen toen je werd geboren dat je niet lang daarna tot de engeltjes zou horen? Misschien was het de pijn van onverwerkt verdriet werd er daarom niets gezegd? Ik weet het echt niet. Nu na vele jaren heb ik die schoenen aangedaan ook al mocht niemand het weten ik ben naar jou op zoek gegaan. Veel sneller dan ik dacht kreeg ik een bericht dat je was gevonden en hier vlak bij ons ligt. Vroeger was de tijd anders maar nu ben ik blij dat ik je heb gevonden want jij mijn broertje, je hoort erbij! ----- Lieve pap, mama en ik hebben Evert gevonden en zijn bij 'm langs geweest. Zowel mama als ik vinden het erg fijn dat ook dit verhaal een rustpunt kan krijgen. Er zijn nog vele vragen die onbeantwoord zullen blijven maar nu is het goed. Liefs, Karin

User avatar
Werner Passchier
12 years ago

De mensen van voorbij, ze blijven met ons leven, de mensen van voorbij, ze zijn met ons verweven. In liefde en verhalen, die wij zo graag verhalen, in bloemengeuren en een lied, dat opklimt in verdriet. De mensen van voorbij, zij worden niet vergeten. De mensen van voorbij zijn in een ander weten. Bij God mogen zij nu wonen, daar waar geen pijn kan komen. De mensen van voorbij, zijn in het licht….zijn vrij. Regelmatig moet ik nog aan jou denken. Ook heb ik weer eens jouw gewenste website bezocht. Omdat al enige tijd niet meer is geschreven, heb ik besloten een mooi gedicht te zoeken. Of ik daar in geslaagd ben? … Tot ziens, Werner / Wen

User avatar
Karin
12 years ago

Hallo ome Wennie (dat bent u nog steeds voor mij ;) Fijn dat u langs bent gekomen. Het is inderdaad niet een heel druk bezochte site maar als iedereen zo af en toe langs waait, zegt dat ook al veel. Bedankt voor uw gedicht. U bent geslaagd hoor :D Ik moet er wel even van slikken... De Sint tijd komt er weer aan; ook weer zo'n moment van terug denken. Wel met heel veel leuke herinneringen! Ik hoop dat u nog eens een keertje langs komt. Groetjes, Karin

User avatar
paul kraan
12 years ago

triest te lezen dat pam zo vroeg is gegaan, het zijn altijd de goeden die de eersten zijn lijkt het wel.heb veel goede herinneringen aan pam vanuit mn jeugd en ben hem eigenlijk nooit vergeten.helaas verlies je elkaar later door allerlei omstandigegheden uit het oog, maar niet uit je jeugdhart met vriendelijke groet bantamstraat 78

User avatar
Karin
12 years ago

Goedenavond heer Kraan, Wat fijn dat u een berichtje achter laat! Zo blijft de herinnering aan mijn vader levend! Mocht u uw fijne herinnering met ons willen delen dan lezen wij dit graag terug. Met vriendelijke groet, Karin

User avatar
Werner Passchier
12 years ago

Dag Paul, Toen ik mijn stukje vandaag plaatste, meende ik dat het al veel langer geleden was dat voor het laatst geschreven was. Blijkbaar niet goed gelezen of op de data gelet. Maar ken je mij nog? Ik ben Wen Passchier en woonde (van medio 1952 tot maart 1959) op nummer 75 links naast de familie Van Norden (van 77). Met de oudste zus van Pam (Tinie) ben ik in 1965 getrouwd. Toen Pam nog leefde heb ik wel eens overwogen om een reünie van de grond te krijgen. Met o.a. jij, Hans Valster, Piet van Oosten, Bert Gijzen en zo zullen er nog wel meer zijn. Ik heb nog een boekje met de namen die meededen met de wielerwedstrijden zoals o.a. de 'ronde van Spaarndam' . Joop Zandstra ken jij waarschijnlijk ook nog wel. Hij emigreerde in de 60er jaren naar Australië; met hem heb ik nog steeds contact. Hartelijke groet, Wen (Werner)

User avatar
Elly Voogt
13 years ago

Zoekend naar herinneringen over vroeger typte ik op de gok "bantamstraat 1960"in. Meteen las ik de naam: Jan van Norden. Pam dus. Ik schrok. Oh ja het is echt de jongen van toen. Mooie foto,s van hem, met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Mijn gedachten gaan terug naar 1960. Ik was toen 13 jaar. Met ouders en jonger zusje woonde ik op nr 71 . Het was daar fijn wonen. Mevr. en meneer van Norden zie ik nog zo voor me. Volgens mij werkte meneer als buschauffeur bij de NZH. Ik dacht dat Tinie de oudste dochter toen al werkte. Pam en ik vonden elkaar een beetje leuk toen ik zo ongev. 14 of 15 jr. oud was. We fietsten samen wel eens een eindje en daarbij sloeg hij dan een arm om mij heen. Heel onschuldig maar toch spannend. Dat vergeet ik natuurlijk nooit zo'n mooie herinnering aan een aardige jongen van vroeger. Dag familie, het ga jullie goed. Met groet, Els Voogt

User avatar
Werner
13 years ago

Jan of liever gezegd Pam het heeft even geduurd, maar hier is dan eindelijk mijn lange verhaal voor de website welke jij zo graag wilde hebben. Het is een persoonlijk aan jou geschreven brief. Misschien een vreemde gedachte maar denk je dit ook zal kunnen lezen. Op de een of andere manier leef je voort onder ons. Jij was al vroeg mijn ‘maatje’. In de winter van 1952 kwamen wij naast jullie op nummer 75 wonen. Wij waren toen in de leeftijd van 7 - 8 jaar. Jij was mijn grootste jeugdvriend en met jou heb ik het meeste beleefd. Natuurlijk trok ik ook graag met je op, want al snel ontdekte ik dat jij een hele leuke en knappe oudste zus had. Als ik jou riep, hoopte ik van haar een glimp te zien. Uiteraard hoopte ik dat ze ook nog even naar buiten kwam. In de avondschemering stonden wij dan vaak in de deuropening van jullie huis als er buiten niets meer te doen was. Tinie kwam er ook wel eens bij staan. E was niet veel anders te doen want televisie was er nog niet. En het was nog te vroeg om naar bed. Er werd niet zoveel gepraat, maar toch herinner ik mij dat als gezellige en fijne momenten. Jij wist dat ik erg verkikkerd op jouw zus en was zo aardig om mij een foto uit het familiealbum te geven. Dat was in 1960. Ik weet dat zo goed omdat ik achterop de foto de olympische ringen had getekend. Want in dat jaar waren de spelen in Rome (Italië). Ik herinner mij dat we naar de indianenfilm ‘De Gele Tomahawk’ mochten. Jij, Tinie en mogelijk nog een paar zusjes waren mee Het was in bioscoop ‘Roxy‘ in de Kleine Houtstraat. We zaten ‘nekloge‘ op de goedkoopste plaatsen vooraan Jammer dat jij toen niet door had dat ik heel graag naast je weet wel wilde zitten. Ik was te bleu om dat te zeggen. Maar het zij je vergeven hoor, want het is allemaal nog goed gekomen (grapje). Toen de televisie gepromoot werd, gingen we naar de winkel van Aarninkhof op de hoek van de Indischestraat/Spaarnhovenstraat. Wat was het bijzonder om op een scherm levende beelden te zien. Voor de etalage stonden veel buurtgenoten en een aantal had (klap)stoeltjes meegenomen. Ik kan mij nog het eerste toneelstuk herinneren dat ik heb gezien: ‘Repelsteeltje’. Prachtig! Samen gingen we ook wel filmpjes kijken in een zaaltje van het ‘Leger des Heils’. Daar mocht je voor een dubbeltje naar binnen. Vaak werden er cowboyfilms gedraaid, maar ook andere zoals bijvoorbeeld ‘Rintintin’ (de herdershond). We schrokken ons rot als je op het projectiescherm een gat in de film gebrand zag worden. Dan leek het net het lokaaltje in brand stond. De film werd dan stil gezet en na wat plakwerk kon het feest weer doorgaan. Misschien was jij niet zo veel mee geweest, want een dubbeltje was toentertijd toch wel veel geld en zeker voor zo een groot gezin als dat van jullie (toen al acht kinderen). Tinie kan zich niet herinneren dat zij ooit mee is geweest. De kermis op de Zaanenlaan had voor ons een grote aantrekkingskracht. We liepen daar samen heen of met nog wat vriendjes uit de straat. We hadden niet zo veel geld te besteden, maar we vonden het al heel leuk om alles te bekijken. Als de kermis werd afgebroken gingen we erheen om naar verloren kleingeld te zoeken. Misschien dat jij ook wel eens wat gevonden hebt, maar ik was een keer schatrijk. De houten vlonder was net weggehaald en ik zag een kwartje liggen! Wat een rijkdom. Wat je niet allemaal met zoveel geld kon doen. Bijvoorbeeld naar bakker de Bruin op de hoek van de Bantamstraat/Indischestraat waar je lekkere snoep kon kopen en dat zelfs voor een cent. Als je een karameltoffee nam, zat er in de verpakking wel eens een geluksbon en kreeg je bij inlevering nog een extra groot stuk! In de straat hebben we veel gespeeld. De spelletjes die we deden zullen bij de jongeren niet bekend zijn. We speelden bijvoorbeeld putjesvoetbal, waarbij de rioolputjes aan de stoepkanten onze doelen waren. Dat kon toen nog omdat er nauwelijks auto’s in de straat stonden. Ik was daar redelijk behendig in, al zeg ik het zelf, maar jij was een hele lastige te bespelen tegenstander. Wat statisch met de bal, maar des te beter kon je jouw doel ‘het putje’ afschermen en ik kon jou niet verleiden om een stap opzij te doen. En Pam weet je nog de andere spelletjes die we deden? ‘Pinkelen’ – deed je met een stukje hout, waarvan aan de uiteinden met een mes (een aantal van ons in de straat had wel een zakmes) gepunt waren. Dit stokje heette ‘pinkeltje’ en werd op een deksel van een put midden in de straat gelegd. We hadden dan een langere stok waarmee we een tik op een van de uiteinden gaven en als dit dan omhoog sprong, moest je daar met die stok tegen slaan. ‘Blikspuut’ – een blik werd op een bepaalde plaats gelegd. Wie aan de beurt was moest het blik bewaken en de anderen, die zich verstopt hadden, vinden. Als iemand ontdekt werd was die af. Degene die het eerste ‘af’ was, zou dan de volgende keer aan de beurt zijn. Bij het zoeken naar de anderen kon je niet constant bij het blik blijven en als dan iemand kans zag om het blik weg te gooien, verstopte iedereen zich weer opnieuw en moest je opnieuw beginnen. Totdat het blik op zijn plaats was teruggelegd had je tijd om je te verstoppen. Je moest dus proberen om het blik zo ver mogelijk de andere kant op te werpen. Een ‘fietswiel’ zonder banden was ook leuk speelgoed. Het wiel draaiende houden door er hard achteraan te hollen en het wiel met een stokje de goede richting geven. ‘Beuken’ was onze specialiteit, hè Pam. Dat werd gedaan met een tol. Het liefst met een heleboel vriendjes. Als iemands tol bij het gooien niet direct tolde, was hij de pineut en moest de tol in een vak gelegd worden. Dat vak was met een krijtje op de stoep getekend. Dan gingen we beuken op die tol en wie deze uiteindelijk volledig uit het afgetekende vak kreeg scoorde een punt. Dan mocht degene van wie die tol was ook weer meedoen. Om mijn eigen tol wat ‘krachtiger’ te laten zijn, verving ik de punt van de tol door een bout en een moer. Dat maakte deze veel zwaarder en kon je wel eens met één worp de andere tol eruit krijgen. Helaas gebeurde ook wel eens dat de tol, waarop gebeukt werd, op een zwakke plek werd geraakt en deze door midden spleet. ‘Bommetjes’ gemaakt met een bout en een moer waaraan een touw was vastgemaakt. Je deed er kruit in van luciferstokjes, draaide de bout goed vast en slingerde dit de lucht in. Op de grond gekomen volgde dan een redelijke harde knal. ‘Pijltjes’ schieten. Daarvoor was nodig een pvc-buis. De pijltjes werden gedraaid van strookjes papier. Het beste waren strookjes van een weekblad, want dat papier was wat steviger. Heel leuk was het dan om deze in de rand van de dakgoot te mikken. Wie daarin de meeste pijltjes kreeg was de winnaar. ‘Schaatsen’ gingen we, zo gauw dat mogelijk was, op de slootjes van het weiland aan de Vondelweg. Je moest wel steeds goed opletten dat door het gemaal lucht onder het ijs was gekomen, want daar zakte je zo doorheen. Vaak gingen dan ook wel zusjes van jou mee. ‘Wielrennen’ met knopen was een vinding van mij. Bij mijn oma, waar ik vaak naartoe ging, speelde ik dat altijd in mijn eentje. Op een stuk karton had ik een parcours getekend. Oude knopen waren de wielrenners en elke renner/knoop had ik een naam van een bekende wielrenner gegeven. Dit spel had ik toen ook in de Bantamstraat geïntroduceerd. Je kreeg dan een gelijk aantal knopen wat een team moest voorstellen.Voor je eigen renners gooide je met een dobbelsteen om te bepalen hoeveel vakken deze dan vooruit mocht. Net een echte wedstrijd. Ook speelden we dat met meerdere ‘coaches’tegelijk zoals Hans Valster, maar blijkbaar ook met Joop Zandstra. Deze oud-vriend van ons, die op ongeveer zijn 16e jaar met zijn familie naar Australië emigreerde, wist zich dit nog te herinneren. Hij zei dit toen hij een keer bij ons op visite was. Joop is al diverse malen bij ons geweest en ik correspondeer nog steeds met hem sinds hij vertrokken is. In de straat bleven we ’s avonds zo lang mogelijk buiten spelen. Daarom moest je je thuis niet laten zien, maar wee als je naar de wc moest. Van Paul Kraan herinner ik mij dat hij nog wel eens erg nodig moest poepen en dan tegen de muur ging staan met zijn benen kruiselings over elkaar. Zo kon hij blijkbaar te drang een beetje onderdrukken. Verder waren ook vaak nog buiten Hans Valster en Piet van Oosten. Bert Gijsen ging helaas al midden jaren vijftig verhuizen naar de Harmenjansstraat waar zijn vader bij de gevangenis werkte. In het weekend of in de vakantie was er nog wel eens bij Nico Bleijswijk, die helemaal in IJmuiden woonde, maar dan bij zijn oma logeerde. Hij deed ook mee met hardloopwedstrijden, maar daarover later meer. Ook heel gezellig was het bij de familie Daniëls, die midden jaren 50 in de straat zijn komen wonen. Ger en Ton speelden niet met ons buiten, want wij en zij waren inmiddels al wat ouder geworden. Bij hen thuis werden kaartspellen gespeeld, waarbij ook hun ouders meededen. Ger is later een bekende schilder geworden, die in zijn begintijd een aantal zusjes van jou heeft nagetekend. Nu schiet mij wat te binnen toen wij nog heel jong waren. Wij waren ongeveer acht jaar toen jij een keer bij mij wilde slapen. Dat mocht en het zal best wel gezellig geweest zijn, alleen daarvan kan ik mij niets herinneren. Wel het gevolg. Want die leuke oudste zus van jou wilde dat toen ook en zelfs jouw vader heeft dat goed gevonden. Van dit laatste kan ik mij herinneren dat ik in mijn bed aan veel kon vertellen over het sterrenstelsel. We keken toen liggend naar buiten naar de sterren en ik wees haar b.v. op de ‘Grote Beer’ en de ’Kleine Beer’. Dat heeft op mij en zelfs Tinie indruk gemaakt, want ook zij weet dit nog te herinneren. Blijkbaar had ik wel een beetje organisatietalent. Waar is dat gebleven ;-). Want ik organiseerde allerlei sportieve activiteiten. We gingen hardlopen en de tijd werd opgenomen met een polshorloge waarop een secondewijzer. Thuis heb ik nog een boekje liggen met alle behaalde resultaten ons en de vrienden uit de straat. Daarin staan de persoonlijke records aangetekend. Hardlopen deden we om het PEN-gebouw, die er nu niet meer is. En de rondjes Bantamstraat-Spaarnhovenstraat en Bantamstraat-Djambistraat. Ook wielrennen deden we. Dezelfde straatrondjes als hiervoor, maar ook de ronde van Spaarndam. Voor mezelf heb ik nog een heel bijzondere ervaring. Namelijk dat na het zien van een ‘echte’ wielerwedstrijd blijkbaar heel veel krachten in je los gemaakt kunnen worden. Zo was ik net terug van de wielerwedstrijd in Santpoort voor amateurs en had veel zin om zelf ook te fietsen. Joop Zandstra (de Aussi) ging mijn tijd opnemen en vertrok voor het rondje Bantamstraat-Spaarnhovenstraat. Toen ik straat weer in kwam vloog ruim voor de denkbeeldige eindstreep mijn ketting eraf en toch nog verbeterde ik mijn persoonlijk record. Heel bijzonder. De ronde van Spaarndam was altijd het mooiste om te doen. We gingen ook wel tijdrijden waarbij we deze ronde alleen moesten rijden. Maar met z’n allen vertrekken en rijden in een soort peloton was het leukste. De sterksten waren altijd Paul Kraan en ik. We gingen er op het laatst of halfsweeg vandoor. De eindsprint verloor ik altijd van hem, We hadden allemaal gewone fietsen, maar de ene fiets zal wel wat lichter getrapt hebben dan de andere. Jij deed ook wel eens mee en reed op een veel te grote herenfiets van oom Cees. Met je ene been moest je tussen het frame door om op beide trappers te komen. Omdat je niet kon zitten zal dat wel heel vermoeiend geweest zijn. Dus dat is al een prestatie op zich, maar het gekke is dat je dat als kind niet realiseerde. De snelste was gewoon de beste. Tinie vertelde ook wel eens mee geweest te zijn en kwam altijd achteraan. Ze fietste dan nog met Piet van Oosten die ook niet zo snel was. Ook hebben we gefietst op het kopje. Naar boven en bij de eerste afslag naar links naar beneden, wat best wel stijl was, maar gevaar zagen we niet. En dan weer opnieuw naar boven enzovoort tot we het zat waren. Een hele leuke tijd is dat geweest. Ik had het hiervoor over een wielerwedstrijd in Santpoort. Dat gebeurde elk jaar in het kader van de Santpoortse feestweek in augustus. We gingen daar altijd een aantal malen heen en genoten dan van de kermis, het ringsteken op het paard en van nog meer leuke dingen. Zoals geschreven, was het heel knap dat jij op zo een grote herenfiets meedeed. Jij was feitelijk toen al een echte doorzetter. Dat bleek ook op latere leeftijd. Bijna alles kon jij maken en dat heb je jezelf aangeleerd. Door te kijken, te vragen en vooral te doen. Met veel respect heb ik dat aanschouwd en ook heel knap heb ik gevonden dat je jezelf orgel leerde spelen. Je hebt het notenschrift geleerd en de uitvoering deed je best wel goed. Maar je was ook zo, dat als je ergens geen zin meer in had, dat dan ook niet (meer) gebeurd. Je stopte van de ene op de andere dag met orgelspelen en taalde er helemaal niet meer naar. Ook met roken stopte jij in een keer. Dat is doorzettingsvermogen! Zo nu heb ik wel genoeg geschreven en zeg jou tot ziens, Werner (Wijchen, 9 juli 2010)

User avatar
Jaap
11 years ago

Bijzonder verhaal. ;) Op mijn zoektocht naar mijn roots kwam ik dit verhaal tegen. Met name de winkel van Aarninkhof was ik op zoek naar. Ik heb bij Aarninkhof een kort tijdje gewoond. Zal zo rond 1972 geweest zijn. Tegenover de spar. Ik weet ook nog de Ford Transit met dubbele achterwielen te herinneren die daar altijd in de straat stond. Niet te vergeten de mijnenveger....... Aarninkhof zijn een tijdje pleegouders van me geweest. Heb nooit meer iets vernomen van Aarninkhof. Ik moest daar weg omdat hun gingen scheiden. Misschien weet jij nog iets van hen? Mvg Jaap D.

User avatar
Anonymous
14 years ago

Ergens in het verleden kan ik me nog herinneren dat je er naar uit keek om deze leeftijd bereikt te hebben. Waarom precies weet ik ook niet. Misschien omdat je dan officieel met pensioen zou kunnen gaan of omdat je spaargeld dat vrij zou komen en je eindelijk leuke dingen zou kunnen doen. Vandaag zou die dag aangebroken zijn maar dat pakte toch even anders uit. Hoe "vier" je een verjaardag als er niets te vieren valt? Toch om deze dag zo maar voorbij te laten gaan is ook niets. Ik heb mama dan ook bij mij uitgenodigd om daarna met zijn twee naar de schoonheidsspecialiste te gaan. Een heerlijke massage, masker en ontspannende muziek waren dan ook zeer welkom. Na al dat heerlijke getut hebben we thuis een lekkere High thee gehouden. Lekkere broodjes en hapjes en natuurlijk een paar lekkere koppen thee. Eigenlijk gaat het best wel goed ondanks dat we je missen. Toch blijft het raar die 65 jaar...

User avatar
Vera van der Aar
14 years ago

Ik blijf aan je denken hoe je liep en hoe je lachte, hoe je keek, hoe je keek. Ook je naam blijft altijd bij me, want van jou is er geen tweede, geen tweede. En door steeds je naam te noemen, zal ik jou nooit meer vergeten, zal je niet voergoed verdwijnen, ook al krijg ik nooit antwoord Mijn gedachten laten jou niet in de steek.

User avatar
Karin
14 years ago

Hoi tante, Bedankt voor het schijven van dit gedicht. Het beschrijft inderdaad precies zoals het voelt.

User avatar

User avatar

User avatar

User avatar

User avatar

Sinterklaas en Piet spelen voor zijn dochter bij mijn broer Voor mijn dochter Sinterklaas spelen deed mijn broer Dat voelde goed Toen zij op vakantie gingen pasten wij op Karin bij mijn broer Wij gingen op vakantie en Charlotte mocht logeren bij mijn broer Dat voelde goed Elke week biljarten bij ons thuis, eerst koffie met koek, serieus biljarten en dan fijne gesprekken met mijn broer Dat voelde goed Mama overlijdt, er is veel verdriet en ik vind troost bij mijn broer Dat voelde goed En dan wordt hij ziek, hij vecht maar verliest de strijd. Nu is hij overleden, mijn broer En dat voelt………

User avatar
johannavogel
15 years ago

Jan Driehuis, 14 april 2009. Ik had eerst een zwager, Ik heb er nu een broer bij. De voorlaatste keer dat ik hem thuis bezocht was hij heel open naar me. En zacht. En kwetsbaar. Dat raakte me zeer. Enkele dagen daarna stuurde hij ons een mail over een bepaald onderwerp. Wat een prachtige tekst. Johanna en ik wisten niet dat hij zo kon schrijven. De keren dat Johanna daarna bij hem was in het ziekenhuis zag hij weer een kant van haar die hij niet kende maar fijn vond dat hij die gezien had. De vrijdagavond dat wij voor het laatst bij hem thuis kwamen toen hij nog aanspreekbaar was, gebaarde hij meteen, kom op de rand van mijn bed zitten. Kom dichtbij. Hij was helder op dat moment, zijn lichaam was op door de kuren, de medicijnen en het lange vechten. Weer was hij heel open en weer liet hij zichzelf zien: zijn ongeloof wat er allemaal gebeurd was. Zijn twijfel. Zijn kwaadheid en verdriet. Waar hij allemaal doorheen moest. Ook vertelde hij de “droom” die hij had op het moment dat hij het heel moeilijk had in het ziekenhuis: een trap op lopend waar allemaal foto’s hingen van mensen die overleden waren. Wim hing daar ook bij, en zijn eigen vader, en een grootvader. En nog veel en veel meer foto’s. Sommigen maakten zich los uit de lijst en kwamen naar hem toe. Jan geloofde niet in een leven hierna maar deze droom gaf hem toch minder angst voor het komende. Ik heb het goed gedaan zei hij ook nog, terugkijkend op zijn leven. Om hem op de hoogte te brengen van al onze plannen vertelde ik hem dat Johanna de komende woensdag met een receptie afscheid nam van haar werk en dat er op die dag nog veel meer zou gebeuren. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen. Voor zichzelf rekende hij uit hoe lang hij het dan nog vol moest houden en wanneer hij dan de dokter liet komen om in te slapen. Hij knikte toen hij het uitgerekend had. Door de medicijnen ging het concentreren toch wel een beetje moeilijker. Later zou dat Goede vrijdag om half twee blijken te zijn…. Voor wat voor een onmogelijke beslissing kom je te staan als je lichaam niet meer wil en kunstmatig wordt verzorgd maar je geest nog helder is; soms wilde hij zo uit bed stappen om met Ada ergens een kopje koffie te gaan drinken of een kroketje te eten. Het vechten had hem in een wils houding gebracht, wat tegelijk lastig was voor de periode daarna: het leven loslaten en overgeven. Maar dat kwam hem nu nog goed van pas: Omdat Johanna een tijdje goed voor hem opgekomen was in het ziekenhuis, wilde hij haar afscheidsfeestje niet verstoren. De wilskracht die hij opgebouwd had, zorgde er voor dat hij die afspraak met zichzelf waar maakte. Wat een kracht heeft een mens. Op die woensdagavond, na afloop van Johanna’s feestje dat hij hoorde dat het goed gegaan was, ging hij. De dokter was gelukkig niet nodig. Lieve Ada, Karin en Leon, wat een medestrijd hebben jullie geleverd. Wat zijn jullie ook sterk geweest. Denk erom, vragen wij jullie: we hebben een grote familie. De een is goed in dit, de ander in dat. Samen zijn we zeer sterk. Maak gebruik van onze sterke kanten. Vraag erom als je ons nodig hebt. We zijn er dan. Voor jullie samen, of voor ieder van jullie.

User avatar

Toen ik pas getrouwd was kwam een keertje bij Pam en Ada op visite. Ik had wat oorpijn en daar had Pam wel een ouderwets middeltje voor… een beetje olie in je oor. Hij liep de keuken in en even later kwam hij weer binnen. Vol vertrouwen hield ik mijn hoofd een beetje schuin en Pam liet er een paar druppeltjes olie in vallen… “Au dat is heet” en knap deed mijn oor. Hij dacht dat de olie een beetje warm moest zijn en had het even verwarmd! Ik hoor nog steeds wat minder met dat oor maar heb nooit meer last van oorpijn gehad ! je zusje Annemieke

User avatar
Sandra Holla Klous
15 years ago

Toen ik op de camping stond kwam Karin vaak mee en logeerde bij haar oma. Vanaf die tijd (we waren ongeveer 7,8 jaar) heb ik ook natuurlijk Ome Jan en Tante Ada ontmoet. Zo noemde we de ouders vaak op de camping. Ome Jan zal ik altijd herinneren als een vrolijke man met hele ondeugende pret oogjes. Hij zat altijd wel te geinen met ons. Verder was hij een pestkop in de goede zin. Hij hielt ook erg van het zonnetje op z'n hele lijf. Erg bruin werd hij nooit....grapje zeker!.Ome Jan werd gewoon zwart. En dan glinsterden die blauwe ogen alleen maar meer. Ik vond Ome Jan een fiijne vent en ik zal hem zeker missen vooral als we 1 stap op de camping zetten.... Het zal zeker vreemd zijn als we hem niet meer samen met Tante Ada voorbij zien flitsen op z'n fiets. Dikke kus van Sandra, Peter, Robin & Tycho

User avatar
Karin
15 years ago

Sterven doe je niet ineens, maar elke dag een beetje. En al die beetjes die je stierf, het is vreemd maar die vergeet je. Je was er duidelijk niet aan toe, aan het leven bleef je hechten. Maar uiteindelijk was je toch te moe, je kon niet verder vechten.. Lucas, Santpoort Noord

User avatar
Karin
15 years ago

In mijn jongere jaren was jij die ene broer van die negen zussen. Ik vond het eigenlijk wel een beetje zielig, als enige jongen tussen al die meiden. Maar, je had wel een eigen kamer en die meiden lagen opgestapeld op die andere slaapkamer. In mijn idee liet je het allemaal rustig tot je komen en hield je jezelf een beetje afzijdig van die drukte maar genoot je er stilletjes wel van. Je trouwde met Ada. Van die tijd weet ik me niet veel meer te herinneren behalve dat ik eens een keer met mijn vader bij je schoonouders ben geweest, daar bij het station. Zal wel voor één of ander klusje zijn geweest. Toen kwamen de jaren dat ik samen met Louis op 5 december de kinderen mocht verblijden en “incognito” nog contact met jullie had en de kinderen ieder jaar groter zien groeien. En jij legde alles zo mooi op film vast. Filmen, dat was je grote hobby. Wat hebben we genoten dat weekend in die boerderij in Stompetoren waar jij al die filmpjes aan ons toonde en we weer even terug in de tijd waren. Verleden jaar hebben we het er nog samen over gehad dat het zo leuk zou zijn om al die filmpjes op DVD te zetten zodat de hele familie er van kon genieten. We wisten alleen nog niet hoe en welk apparaat ervoor nodig was. Dat zouden we nog gaan uitzoeken. Het is er niet meer van gekomen. Onze kinderen kenden je eerst alleen als de Goedheiligman. Kwamen we je later op de fiets tegen, vroegen ze zich af wie je was. Toen ze groot genoeg waren kon ik zeggen “Dat is nou Sinterklaas”. Vol bewondering keken ze je toen na. Ook had ik een keer de eer om jouw trouwe knecht te mogen zijn. Wat een ontzag straalde jij uit. Als ik even te ver ging, zette jij mij weer op mijn plaats zoals alleen de “echte” dat kon doen. De laatste keer dat Jan en ik bij je zijn geweest had je nog hoop, hoop dat je nog iets zou aansterken met behulp van de sonde voeding en je zo nog wat tijd gegund was. We hebben nog wat grapjes gemaakt; dat je wel wat sterke drank in je infuus wilde en je maakte je lippen nat met een “lekkere lolly”. Helaas ging het toen heel snel slechter met je en had je heel veel pijn en werd het ondragelijk. Lieve Pam, We zullen je nooit vergeten! Lieve Ada, Karin en Leon, Heel veel bewondering en respect zoals jullie Jan en je vader hebben verzorgd en bijgestaan. Liefs, Joke, Jan, Cindie en Lars. Joke en Jan, Haarlem

User avatar
Karin
15 years ago

Nadat we eind november 2008 te horen hadden gekregen dat je longkanker met uitzaaiingen had, stapten we met z’n allen vrij positief in het programma van bestralingen en chemo’s. Na twee maal een bestraling te hebben gehad volgde al gauw de eerste chemo. In het ziekenhuis aangekomen viel het ons gelijk op hoeveel mensen er tegen die vreselijke ziekte aan het strijden zijn. De eerste chemo ging goed en was na een zit van vier uur voorbij. De bijwerkingen vielen gelukkig mee. Vermoeidheid en keelpijn was eigenlijk alles. Na de eerste kuur (één kuur duurt drie weken) bleef de keelpijn aan houden. De volgende kuren die volgden vielen eigenlijk ook nog mee. Geen honger en lusteloosheid horen bij de chemo’s maar dat komt vanzelf wel weer goed werd gezegd. Maar die vervelende keelpijn die bleef… Halverwege de chemo’s lag je in het ziekenhuis met een beginnende longontsteking. Na wat medicatie ging het beter en kregen we goed nieuws: De kuur sloeg aan! Er was al duidelijk herstel te zien en dat gaf hoop. Hoop op een langer samen zijn, genieten van de camping en natuurlijk naar, met z’n allen naar Euro Disney! Maar die keelpijn die bleef… Na de vier kuren te hebben doorstaan moest je weer in het ziekenhuis. Met koorts, enorme benauwdheid en hele felle keelpijn. Sterk vermagerd door het nauwelijks kunnen eten en verzwakt door het niet kunnen drinken. Na een aantal onderzoeken en medicatie wachtten we iedere dag op verbetering. Maar dat gebeurde nauwelijks. Toen kwamen de artsen vertellen over het eind resultaat van de chemo’s. De artsen stonden versteld: de kanker was na genoeg helemaal weg! Dat had niemand maar dan ook niemand durven hopen. Maar die verdomde keelpijn die bleef, en het werd als maar erger... Nu weten we dan de oorzaak: een gat boven je adamsappel in je slokdarm en luchtpijp genaamd: Fistel. Ontstaan door de combinatie bestraling en het medicijn Avestin. En helemaal niets aan te doen. Twee eerdere gevallen waren er bekend en wel in Amerika. Met andere woorden: “Sorry meneer van Norden maar we kunnen eigenlijk niets meer voor u doen.” Wat er dan door je heen gaat is onbeschrijfelijk en die keelpijn… Na dit bericht wilde je naar huis. Naar je eigen vertrouwde omgeving en naar je nieuwe grote flatscreen. Eén dag later was je thuis en stond de televisie aan. De dagen die nog zouden komen waren druk en vol medicatie en pijn. Hevige hoestbuien verergerde de pijn. Een morfinepomp werd geplaatst en de pijn werd wat beter onderdrukt. Maar één van de bijwerkingen van morfine is dat je gaat hallucineren. Van roze stoeptegels, spinnenwebben, paarden die voor de deur staan, voetbalvelden op het dekbed en dat soort dingen. Dan kon je ons daarna aankijken zo van: “Ik ben echt niet goed bij mijn hoofd!” Het was al wel duidelijk dat je zo niet meer verder wilde. Je zou euthanasie uit laten voeren. Wel snel maar je wist nog niet wanneer. Dinsdagmiddag werd de datum geprikt. Het zou dan vrijdagmiddag gaan gebeuren. Dit omdat er woensdag een afscheidfeest op de agenda stond van één van je zussen en die wilde je niet verstoren. Dinsdagnacht had je het zwaar. De zoveelste hoestbui brak aan en je vocht tegen de vreselijke pijn, verstikking en benauwdheid. Slap van de medicatie en vermoeid van alle strijd, schudde je je hoofd dat je het niet langer meer aankon. Om je te helpen kreeg je een slaapmiddel toegediend en de morfine werd verhoogd. Het duurde wel even voordat je rustig werd maar een paar uur later had je eindelijk rust. Hele bossen en wouden heb je omgezaagd. In de loop van de dag ging het harde snurken over in een regelmatig ademritme. Wij wisten nu dat je niet meer bij zou komen. Je had eindelijk de rust in je lichaam en dat wilden we zo voor je houden. In etappes hebben we je rustiger zien worden. Rond kwart voor tien ‘s avonds kwamen je zus en zwager van het feest bij je langs. Ze vertelden dat ze een hele gezellige avond hadden gehad en dat het allemaal goed was zo. Je zwager ging naast je zitten, nam je hand vast en legde een andere hand op je schouder. Wat er toen gebeurde was zo bijzonder: Je zwager raakte in een soort trance die ongeveer tien minuten duurde. Voor we er erg in hadden zag ik je laatste ademhaling en ben je overgegaan. Alsof je gewacht had op de bevestiging van je zus dat het feest een succes is geweest. Het leek alsof je zwager je in die trance gerustgesteld had en je begeleid hebt naar, nou ja, wat er dan hierna ook is. Lieve pap, we hebben gezien hoe je gestreden hebt tegen alle pijn en hoe sterk je geest is geweest om die pijn te trotseren. We zijn samen ontzettend boos en verdrietig geweest over die rot ziekte en de gevolgen ervan maar zeker ook de keuze die je moest maken. Over het niet zien opgroeien van de kleintjes en het onrecht wat ons is aangedaan juist omdat de kanker bestreden was. “Gelukkig” is het uiteindelijk niet zo gegaan zoals je het dacht te plannen maar op een manier waar we met z’n allen vrede mee hebben. Je hebt je laatste uren in zo’n rust doorgebracht waar je eigenlijk zo naar verlangde. Geen pijn, geen gehoest en geen euthanasie. Het is goed zoals het nu is. Je had eigenlijk geen keus maar je hebt het toch voor elkaar gekregen om het op je geheel eigen manier te doen. We hebben veel gelukkige en mooie herinneringen die we zeker nog een keer zullen herbeleven. Ik ben blij dat je onze mooie en lieve kindjes hebt kunnen zien groeien tot wat ze nu zijn. We zullen je herinneren als een lieve papa en opa die voor ons klaar stond als we je klushulp nodig hadden, een man die van het leven genoot als hij in het zonnetje lag op de camping, een fanatiekeling als het gaat om fietsen en sporten, een man met humor op de momenten wanneer je ze eigenlijk niet verwacht. En natuurlijk je filmcamera: je vele leuke familiefilmpjes die we met veel plezier terug zullen kijken. Lieve pap, we zullen je ontzettend missen en we houden van je. Maar bovenal zullen we het moment van je overgang met heel ons hart koesteren. Lieve groet en dikke kus van ons. Karin, Leon en je kleinkinderen.

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

User avatar
Karin
15 years ago

Een herinnering is een gegeven, Een goede of slechte het doet er niet toe. Je gaat zelf door met je eigen leven, Maar af en toe maken herinneringen je beste een beetje moe. Het is niet fijn om iemand te verliezen, Hetzij door ziekte of door een ongeval. We hebben in het leven niet alles voor het kiezen, Ieder op zich is een bijzonder geval. Leef door met mooie herinneringen, Het kan een steun voor je zijn. En denk alleen aan al die mooie en lieve dingen, Dan maakt het ook je eigen leven fijn. Danken voor wat je kreeg en de liefde oprecht gedeeld En het geluk nog voelen, ja dat scheelt…

User avatar
Karin
15 years ago

×
We use technologies like cookies to store and/or access device information. We do this to improve browsing experience and to show (non-) personalized ads. Consenting to these technologies will allow us to process data such as browsing behavior or unique IDs on this site. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Functional Always active
Statistics
Marketing
Accept Deny Manage Save
Privacy Policy